Wiskunde is een moeilijk vak, zeggen ze…
Ach kom dat valt wel mee, zegt je leraar…
De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.
Is wiskunde leuk? Dat hangt een beetje af van hoe je er tegenaan kijkt. Sommige kinderen lezen liever en zijn goed met taal, andere rekenen graag en vinden spelletjes met cijfers leuk. Dat zijn meestal degenen die wiskunde ook wel leuk gaan vinden. Wiskunde is wel veel meer dan het rekenen wat je op de basisschool gewend was. Wiskundigen zijn bijna altijd op zoek naar de onbekende, laten we zeggen Mister X (meestal zullen we hem gewoon alleen maar x noemen, maar x vermomt zich ook wel als een andere letter). Het is een beetje detectiefje spelen! En dat vindt bijna iedereen leuk, als was het een spannend boek, waarvan de ontknoping op de laatste bladzijde staat. Nee, niet spieken!
Wat is wiskunde?
Dat is iets wat je niet in een zin kunt omschrijven. Kijk maar naar het wikipedia-artikel: heel veel blaadjes tekst. Kort gezegd gaat het over getallen (al of niet in de gedaante van Mister X) en meetbare dingen, bijna alles wat je om je heen ziet dus. De taal waarmee gecommuniceerd wordt heet algebra. Met algebra worden die meetbare dingen en die getallen samengebracht tot vergelijkingen en formules. Weet je eenmaal de vergelijking of de formule, dan is er een goede kans dat je Mister X kunt ontmaskeren.
In de eerste les maak je nog geen kennis met Mister X. Daarvoor moet je namelijk wat voorkennis hebben. Een paar dingen heb je op de basisschool al gezien, maar het is goed om er nog eens naar te kijken, want het zijn je hulpmiddelen om op een gegeven moment X te pakken te krijgen. In de eerste les kijk je nog gewoon om je heen, naar de dingen die je ziet en welke vorm ze hebben. Ik ga het met je hebben over ruimtefiguren.
